Zucht.. Zijn we weer. Alweer vier maanden na mijn kijkoperatie (dat heet laparoscopie). Ik ga naar de gynaecoloog om te kijken of alles in orde is met mijn baarmoeder. Ditmaal niet naar Den Haag, maar naar het ziekenhuis bij mij in de buurt. Heb ik meteen een goede wandeling te pakken.
Gaat het toch nog niet helemaal lekker? Zei mijn moeder aan de telefoon. Nee, mam. Nog niet helemaal.
Ik legde haar uit dat mijn cyclussen weer langer zijn geworden. Op dit moment zijn ze tussen de 42 en 45 dagen. Soms heb ik heel weinig bloed. Soms duurt het drie dagen voordat het op gang komt en heb ik eerst last van ‘spotten’. De pijn kan ik nog net aan met Aleve en paracetamol. Maar als ik drie dagen ongesteld ben geweest, heb ik ook weer drie dagen nodig om bij te komen. Ik kan/wil alleen maar in bed liggen en slapen. Daarna -als ik weer bijgekomen ben- gaat het wel weer even. Voor een week. Rond de tijd van mijn ovulatie beginnen de krampen weer en die gaan niet meer weg tot ik mijn menstruatie heb gehad. Zucht.
Bezoek aan de gynaecoloog
Nadat mijn huisarts me weer heeft doorverwezen, zit ik op cyclusdag 8 als ik bij de gynaecoloog aankom. Of de gynaecoloog in opleiding ook even mee mag kijken. Nou goed dan. Ik doe mijn verhaal en ze (mijn eerste vrouwelijke gynaecoloog!) stelt meteen een inwendig onderzoek voor. Ik kleed me uit en ga redelijk comfortabel op die gevreesde stoel zitten. Dit is de vijfde keer dat ik in mijn blote kont bij de gynaecoloog rondloop, je went eraan. Ik plaats mijn voeten in de beugels. De vrouw in opleiding vraagt me of ik mijn benen ‘iets verder uit elkaar kan doen’. Urgh, okay. Ik had het mis. Je went hier nooit aan. Ze begint met de inwendige echo.
“Ik kan je eierstokken niet vinden. “
Ze kijkt moeilijk van mij naar het schermpje met de echo, terwijl ze met de camera binnen in me roert alsof ze een soep aan het koken is. Ze ziet mijn bezorgde blik. “Ik kan je eierstokken niet vinden,” zegt ze. ‘Die zouden er nog moeten zitten hoor,’ grap ik terug. Ze zouden tijdens de laparoscopie toch geen foutje hebben gemaakt en de hele bedoeling eruit gesloopt hebben? Ik wuif de gedachte snel weg.
Als de gynaecoloog zelf meekijkt zijn ze zo gevonden. Pfiew. Ze ziet zelf geen afwijkingen in de baarmoeder en alles lijkt in orde. Wat een opluchting. Het is nooit fijn als je arts bezorgd kijkt en je weet zelf (nog) niet wat er aan de hand is.
Fijn, dacht ik. Dan zijn we klaar. Had ik mooi verkeerd gedacht.
“Nu doe ik nog even een onderzoek met de eendenbek en voel ik daarna met mijn vingers. Vind je het een probleem als de arts in opleiding het daarna ook nog even doet?”
‘Uhm, nee?’ Ik ben er toch. Laat maar komen dacht ik. Hoe erg kan het zijn, twee keer die eendenbek en twee keer een hand? Niet heel erg om eerlijk te zeggen. De eendenbek was natuurlijk niet fijn, maar het hele onderzoek heeft me geen pijn gedaan. Misschien omdat je als endometriose patiënt wel wat gewend ben? Ik weet het niet. Ik weet wel dat het onderzoek meer awkward is dan pijnlijk. Je blijft toch half naakt met de benen wijd.
En nu?
Ook met de eendenbek en het voelen werd er niets abnormaals gevonden. Endometriose zelf kun je vaak niet zien met de echo, maar goed ik weet dat het er nog zit. Het is fijn om te weten dat er na de operatie geen verklevingen zijn ontstaan.
Ik vertelde de gynaecoloog ook over mijn zorgen over de lange cyclussen. Dat ik donkere ovulatietesten heb die positief lijken, maar dat ik dan pas 3 weken later ongesteld wordt. Dat vond ze zelf ook nogal vreemd. Dus stelde ze een bloedonderzoek voor. Ik moet eind november terug om bloed te laten prikken en dan een week later nog een keer. Dan gaan ze kijken of ze aan de hormonen in mijn bloed kunnen zien of ik wel een ovulatie heb.
Ik ben blij dat er weer wat gebeurd in endometriose-land. Ik wil niet blijven proberen zwanger te worden, terwijl ik zoveel pijn heb en misschien niet eens een ovulatie heb. Over een paar weken ben ik weer wat wijzer.
Wordt vervolgd..