Het is alweer een maand geleden dat ik bij mijn huisarts was die endometriose vermoedde. Nadat ik twee maanden moest wachten na de doorverwijzing van mijn huisarts, was het dan eindelijk zo ver. Ik mocht naar het Endometriose Centrum. Dit is wat ik schreef ik mijn dagboek. Welke diagnose ga ik krijgen?
11 mei: Het is spannend en een beetje eng. Maar ik heb inmiddels zoveel pijn dat ik niet meer normaal kan functioneren. Ik ben blij dat er wat gaat gebeuren.
Bestemming: Haaglanden Medisch Centrum, locatie Bronovo
13 mei: Samen met mijn vriend reis ik af naar Den Haag. Daar aangekomen zit de wachtruimte al vol met vrouwen. Jong, oud en verschillende etnische achtergronden. Endometriose discrimineert in ieder geval niet denk ik bij mezelf.
Na niet al te lang wachten, word ik binnen geroepen. Ik laat mijn vriend achter in de wachtkamer tot de verbazing van de verpleegkundige. “Hij heeft me gebracht,” zeg ik, wat niet waar is. “Hij mag wel mee naar binnen,” benadrukt ze vriendelijk. Ik bedank. Op de een of andere manier word ik er zenuwachtiger van als mijn vriend erbij is.
De verpleegkundige neemt een hele vragen lijst met me door. “Wanneer zijn de klachten begonnen?” “Wat zijn je klachten?” “Wanneer heb je last van je klachten?” Buiten wat medische vragen (verder niets bijzonders, behalve de lichtflitsen in mijn oog) kreeg ik ook vragen over hoe het mijn leven beïnvloed. Werk, sociaal etc. Ze is begripvol, maar over mijn vraag over de lichtflitsen die ik zie, weet ze niets te zeggen. Zucht. Ik neem haar niets kwalijk, want zelfs de oogarts wist het niet.
Inwendig onderzoek en echo
Dan mag ik terug naar de wachtkamer en volgt de afspraak met de gynaecoloog. Ik mag me meteen bij binnenkomst mijn broek uitdoen (in een aparte kamertje). Er is ook een verpleegkundige bij, meer om te vertalen wat de gynaecoloog zegt. Hij heeft nogal een accent namelijk! (Iers, voor degene die dat willen weten). In mag in de stoel gaan zitten met mijn benen in de beugels. Het inwendige onderzoek valt mee, maar dit is dan ook al mijn derde. De dokter ziet meteen onzuiverheden op mijn baarmoederwand. Ik kijk mee op het scherm, hij meet allerlei dingen op. (Vraag me niet precies wat, ik heb ook geen idee). Als ik me weer aangekleed heb, ga ik aan zijn bureau zitten.
De gynaecoloog laat me uitgeprint plaatje van het vrouwelijk geslachtsorgaan zien. Heel toepasselijk met rode pen, drukt hij stippen op de baarmoederwand. Daar zit de endometriose zegt hij. Ik slik. Ook al had ik het vermoeden wel. Twee maanden geleden was ik bij een andere gynaecoloog geweest en die had niets gezien. Hij ziet mijn reactie. “Maar het valt mee,” zegt hij geruststellend, “ik vermoed endometriose stadium 1 of 2.” Hij vraagt of ik na wil denken of ik een operatie wil. Het is de beste optie om zwanger te worden zegt hij. Ik zeg resoluut nee. Ik hoef niet na te denken. Ik wil zoveel mogelijk van de endometriose uit me hebben. Ik wil geen pil of andere hormonen. Ik wil zwanger worden.
Wat een dag. Ik wil weer naar huis.
De dokter knikt. Er wordt een operatie ingepland. Het duurt gemiddeld drie maanden voor er een plekje vrij is. Hij neemt afscheid en wenst me sterkte. Ik trek m’n vriend mee naar buiten, waar ik in huilen uitbarst. Het is niet echt verdriet. Het is de spanning die mijn lichaam verlaat. Het is nodig, want er komt weer nieuwe spanning bij. Ik ben namelijk doodsbang voor die operatie. Maar ik moet!
Ik blijf mezelf vertellen: Alles komt goed.